Het Engelstalige boek "The Greatest Skating Race" gaat over de jonge Piet uit Sluis (Zeeland). Hij krijgt in de tweede wereldoorlog een bijzondere en uitdagende opdracht. Op schaatsen moet hij over de bevroren kanalen twee kinderen uit de buurt naar hun tante in Brugge begeleiden. De kinderen zouden hier de rest van de tweede wereldoorlog doorbrengen. De vader van de kinderen is opgepakt door de Duitsers en het is niet langer veilig voor de kinderen om in Sluis te blijven. De tocht die ze met Piet schaatsen is ook niet zonder gevaar, alle kracht en snelheid moeten worden gebruikt om de toch te volbrengen en ondertussen moeten ze overkomen als onschuldige schoolkinderen die vertier op het ijs zoeken. Tijdens de tocht denkt Piet aan zijn grote held Pim Mulier, de eerste persoon die ooit de Elfstedentocht heeft gereden. Deze beroemde en eervolle tocht die in Nederland verreden wordt. Piet droomt er al jaren van om te bewijzen dat hij net zo stoer en sterk is als Pim Mulier. Maar hij had nooit kunnen dromen dat deze test onder zulke gevaarlijke omstandigheden gedaan moest worden.
In Nagano verraste Marnix ten Kortenaar met een schitterende tiende plaats op de 5000 meter, een prestatie die in het teken stond van de sensationele schaatsstrip. Maar het was helemaal een bijzonder schaatsseizoen. De klapschaats veroorzaakte een regelrechte revolutie zodat het jaar 1998 met geen enkel ander jaar kan worden vergeleken. Persoonlijke en wereldrecords dwarrelden uit de hemel en het tijdperk Koss was in één klap voorbij. In die geweldige ontwikkeling heeft ook Marnix ten Kortenaar een belangrijke rol gespeeld. Ten Kortenaar, spoedig doctor in de chemie, heeft nu over zijn gang naar Nagano een boek geschreven. Een warm, prikkelend en meeslepend boek.
